Simpel: heel weinig!
We weten amper wat een paardenlijf nou precies doet met bijvoorbeeld magnesium. En dat geldt voor heel veel mineralen en andere nutriënten, ongeacht hun verbinding.
We weten dus niet wat er in het paardenlijf gebeurt. Zodoende weten wij dus ook niet welke soorten verbindingen – magnesium oxide, of toch een magnesium chelaat, citraat of of of?? – nou echt het beste door het paard kunnen worden opgenomen om zo tot nut te zijn van diens gezondheid en welzijn. Kort samen gevat schreef mijn vraagbaak JT*: ” We hebben nu dus een keur aan magnesium verbindingen waarvan niemand weet of ze in een paard wel effect hebben en welk effect zo ongeveer. Het enige dat we weten is dat ze er eigenlijk niet direct van dood neervallen.”
Ik kom geregeld stukken tegen waarin heel stellig wordt beweerd dat organische verbindingen zoals een chelaat beter worden opgenomen dan een anorganische variant zoals de oxide. Structureel ontbreekt in dergelijke teksten de wetenschappelijke onderbouwing. Ik vind dat hier een duidelijke, feitelijke/wetenschappelijke onderbouwing wel op zijn plaats is, zeker als je bedenkt, dat een potje magnesium citraat van 250 gram meer kost dan een zak magnesium oxide van 20 kg (omgerekend ongeveer 135 x zoveel!).
Wat we ook niet weten, is waardoor sommige paarden tekorten hebben in bepaalde situaties: bijv. zware koliek gevallen. Je zou dan kunnen denken, dat die paarden koliek hebben gekregen, doordat ze een tekort hebben. Zulke linken worden vaak gelegd, maar of dat terecht is? Mijn vraagbaak JT* verwoordde het als volgt: “Het probleem is dat er ook wat te snel lijntjes getrokken zijn, zo blijkt in paarden met koliek , waar een operatie noodzakelijk bleek, dat de overlevingskans minder is als de hoeveelheid magnesium in het bloed laag is, maar eigenlijk is men toch meer gaan denken aan een ander mechanisme. dus niet dat laag magnesium ook maar iets van doen heeft met de koliek, maar dat het verbruik of de uitscheiding in zieke dieren eerder verhoogd lijkt te zijn. Er is nooit iets gebleken van een tekort als oorzaak, het is eerder een bijkomend iets.”
Wat ik met dit verhaal vooral wil benadrukken, is wat ik vaak tegen klanten zeg: er is vooral veel dat we niet weten waar het paarden aangaat. Daar staat tegenover, dat veel informatie – zeker op het www – wordt gepresenteerd als feiten, terwijl ze dat niet zijn. De verleiding om naar paarden te vertalen, wat voor mensen wel door middel van onderzoek is aangetoond – dat wij bijvoorbeeld wel organische mineralen beter opnemen dan anorganische – is groot en vaak niet terecht of ook maar ergens op gebaseerd. Het verteringsstelsel van paarden laat zich maar moeilijk vergelijken met dat van ons mensen. Alleen al dat gegeven maakt, dat meer onderzoek naar het wezen paard en hoe een paard opneemt, verteert en dergelijke op zijn plaats is.
Bronnen (onder andere):
JT*.
Magnesium Metabolism in the Horse
H. F. Hintz and H. F. Schryver
Journal of Animal Science 1972 35: 4: 755-759
Magnesium Disorders in Horses
Allison J. Stewart, BVSc (Hons), MS
Fijne feestdagen!
Solar en Astrid
*JT wil graag anoniem blijven. Dank voor jullie begrip.